Перевод: с немецкого на все языки

со всех языков на немецкий

Со всех языков на:
Немецкий
С немецкого на:
Нидерландский

het stuur

Толкование Перевод

1 Steuer

Steuer¹

〈v.; Steuer, Steuern〉

1 belasting ⇒ heffing; 〈 informeel〉 (dienst der) belastingen

♦voorbeelden:

1 Steuern abführen, entrichten • belasting betalen

Steuern eintreiben, einziehen • belasting(en) innen

Steuern erheben auf eine Sache • belasting heffen op iets

etwas mit einer Steuer belegen • belasting op iets heffen

etwas von der Steuer absetzen • iets van de belasting aftrekken

————————

Steuer²

〈o.; Steuers, Steuer〉

1 stuur ⇒ (stuur)roer; 〈 figuurlijk〉 roer

♦voorbeelden:

1 das Steuer herumreißen, herumwerfen • het stuur; 〈 figuurlijk〉 roer omgooien

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Steuer
2 Herrschaft

Herrschaft¹

〈v.; Herrschaft〉

1 heerschappij ⇒ macht, gezag

♦voorbeelden:

1 die Herrschaft eines Systems • de macht van een systeem

er verlor die Herrschaft über das Auto • hij verloor de macht over het stuur

unter seiner Herrschaft • onder zijn bewind

————————

Herrschaft²

〈 informeel〉

♦voorbeelden:

¶ Herrschaft (noch mal)! • wel allemachtig!

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Herrschaft
3 das Steuer verreißen

das Steuer verreißen

het stuur omgooien

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das Steuer verreißen
4 er verlor die Herrschaft über das Auto

er verlor die Herrschaft über das Auto

hij verloor de macht over het stuur

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > er verlor die Herrschaft über das Auto
5 verreißen

verreißen

〈 informeel〉

1 afkraken ⇒ afkammen

2 plotseling omgooien, wenden

♦voorbeelden:

2 das Steuer verreißen • het stuur omgooien

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > verreißen
6 Steuerung

Steuerung

〈v.; Steuerung, Steuerungen〉

1 〈 techniek〉 stuurinrichting ⇒ stuur(mechanisme)

2 〈 techniek〉bedieningsapparaat, controller ⇒ schakelinrichting, regelaar

3 (be)sturing, het (be)sturen

4 regeling, het regelen

5 〈verouderd; formeel〉het tegengaan, bestrijding

♦voorbeelden:

1 〈 verkeer〉 automatische Steuerung • automatische piloot

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Steuerung
7 Ruder

Ruder

〈o.; Ruders, Ruder〉

1 roer ⇒ stuur

2 riem ⇒ roeispaan

♦voorbeelden:

1 〈 figuurlijk〉 am Ruder sein, sitzen • aan het roer staan, aan de macht zijn

〈 figuurlijk〉 aus dem Ruder laufen • uit de hand lopen

2 sich in die Ruder legen • 〈 (a) figuurlijk〉 krachtig roeien; (b) iets flink, energiek aanpakken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Ruder

См. также в других словарях:

Tristan Hoffman — Tristan Hoffmann bei seinem Abschiedsrennen 2005 in Groenlo Tristan Henri Christiaan Hoffman (* 1. Januar 1970 in Groenlo) ist ein ehemaliger niederländischer Radrennfahrer und heutiger Sportlicher Leiter. Tristan Hoffman war Profi Rennfahrer vo … Deutsch Wikipedia
Steuer (Clavus) — 1. Das Steuer soll nur einer führen, es ist nicht gut, wenn viel regieren. 2. Es kann nicht jeder das Steuer führen. Es wird zur richtigen Führung desselben Geschick und Uebung erfordert. Als Hercules ein Schiff regieren wollte, zerbrach er alle… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kuh — 1. A Kü moalkat trog a Hols. (Nordfries.) – Johansen, 72. Die Kuh milcht durch den Hals. 2. A Kuh söüft â méa, ässe vertroa kô. (Henneberg.) Auch eine Kuh säuft wol mehr als sie vertragen kann. Mit Anwendung auf Säufer. 3. A Küh wal t egh wed,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hahn — 1. A Höön as Bäs üübh san ânj Njoksstâl. (Amrum.) – Haupt, VIII, 352, 36; Johansen, 150. Ein Hahn ist Meister auf seinem eigenen Misthaufen. 2. Alle Hahnen müssen einen Kamm haben. – Simrock, 4222. 3. Alte Hähne sind bös zu pflücken. Holl.: Oude… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с немецкого на все языки

het stuur

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с немецкого на все языки

het stuur

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: